Ontcijferen van angst: De psychologie van Conditionering en Emoties

Ontcijferen van angst: De psychologie van Conditionering en Emoties

Conditionering

Ontcijferen van angst: De psychologie van Conditionering en Emoties

Door je bewust te worden van de processen die zich afspelen in je lijf en brein kun je al behoorlijk grip krijgen op angst. Veel in ons leven is rechtstreeks te koppelen aan conditionering. Conditionering speelt een grote rol bij angst en onzekerheid, vooral bij angst.

Conditionering is een verzamelnaam voor de manier waarop mensen en dieren zich leren aan te passen aan hun omgeving. Bij conditionering toon je bepaald gedrag nadat je bent blootgesteld aan een bepaalde prikkel. Het komt erop neer dat je twee zaken met elkaar kan associëren. Zo weet je bijvoorbeeld dat wanneer iemand de tafel dekt, je waarschijnlijk zo gaat eten. Hetzelfde is het geval bij dieren; wanneer het baasje zijn of haar schoenen aantrekt, weet de hond vaak dat hij of zij wordt uitgelaten, of wanneer de baas het blik met brokken pakt, koppelt de hond dit aan het feit dat hij of zij eten krijgt. Zo gaat het ook bij het ontstaan van angsten en fobieën door een associatie die er gemaakt wordt met een negatieve situatie.

YouTube player

Klassieke conditionering

In de psychologie worden twee vormen van conditionering onderscheiden, namelijk klassiek conditioneren en operant conditioneren. Klassiek conditioneren vindt plaats door een neutrale of conditionele prikkel, bijvoorbeeld een pieptoon, te laten volgen door een (ongeconditioneerde) prikkel, zoals een licht elektrische schok. De ongeconditioneerde prikkel heeft meestal biologische relevantie, zoals pijn, wat vaak wordt geassocieerd met een negatieve prikkel, en voedsel, overeenkomend met een positieve prikkel. Na verloop van tijd zal de reactie die oorspronkelijk alleen na de ongeconditioneerde prikkel optrad, dus na de schok, ook na de geconditioneerde prikkel, de pieptoon, optreden. Dit wordt ook wel aangeduid met de conditionele of geconditioneerde reactie.

Operante conditionering

Bij operante conditionering wordt een respons in een bepaalde situatie of context gevolgd door een beloning of door een straf. Een beloning vergroot de kans dat je in de toekomst dezelfde reactie zal geven. Een straf verkleint de kans op herhaling juist. Wanneer het experiment met dieren uit wordt gevoerd, is voedsel of drank vaak de beloning, en dient een lichte elektrische schok als straf. In tegenstelling tot wat je ziet bij klassieke conditionering, waarbij gedrag meer een reflex is die door een bepaalde prikkel wordt uitgelokt, is het gedrag bij operante conditionering spontaan, ook wel operant.

Conditionering in de praktijk

Conditionering komt in het dagelijks leven veel voor. Een voorbeeld vind je terug in de beloning en bestraffing van kinderen. Wanneer kinderen gedrag vertonen dat niet gewenst is, gedrag dat gevaarlijk is of waarmee ze anderen tot last zijn, worden ze hier over het algemeen voor gestraft. Maar vaak is het zien van de reactie van de ouder al voldoende om te weten welk gedrag wel of niet gewenst is, en zijn zwaardere maatregelen niet eens nodig. Sterker nog te zware straffen kunnen bepaald gedrag juist in de hand werken of er ontstaat daardoor een ander ongewenst gedrag.

Door middel van klassieke conditionering kan iemand een angst ontwikkelen voor bijvoorbeeld auto’s omdat hij met een auto een ernstig ongeluk heeft gehad. Het ongeluk is een heel nare ervaring die heel veel angst oproept, maar omdat dat ongeluk met de auto gebeurt kan die angst aan de auto gekoppeld worden. Hierdoor is iemand na het ongeluk heel angstig om in een auto te stappen, terwijl voor het ongeluk de auto een neutrale stimulus was.

Bij klassieke conditionering kan zich ook het verschijnsel van de generalisatie voordoen: dit houdt in dat de geconditioneerde respons niet alleen optreedt wanneer de geconditioneerde stimulus aangeboden wordt, maar ook bij stimuli die op de geconditioneerde stimulus lijken. Een kind dat door middel van een klassiek conditioneringsproces bang gemaakt is voor witte muizen is vervolgens misschien ook wel bang voor witte konijnen of een witte bontkraag. Iemand die bang is voor een medisch specialist is misschien ook wel bang voor een apotheker omdat die ook een witte jas draagt. In extreme gevallen kan klassieke conditionering zelfs leiden tot het ontwikkelen van fobieën, waarbij angsten gekoppeld worden aan voor andere mensen neutrale dingen. Zo bestaan er bijvoorbeeld fobieën voor computers of bepaalde kleuren. Of als er tijdens een grote nare gebeurtenis een ventilator aanstaat kan later bij het horen van het geluid van een ventilator een vervelend gevoel opwekken zonder dat iemand zich daar bewust van is.

Conditionering en angst

Een bepaalde angst ergens voor is dus ontstaan door middel van klassieke conditionering. Zelf heb ik in het verleden een angst ontwikkeld voor de symptomen van angst en de gevoelens en overprikkeling op grote drukke plaatsten. In mijn geval resulteerde dat in een volledig isolement. Ook dit is ontstaan door een negatieve koppeling die ik onbewust gemaakt heb in het verleden door het zien als kind van meerdere heftige traumatische gebeurtenissen, die we als kind eigenlijk niet behoren te zien. Ook heeft de reactie van volwassenen een grote rol gespeeld in mijn perceptie op in dit geval ziekte of angst voor flauwvallen, ik heb onbewust de associatie gemaakt dat flauwvallen gelijkstaat aan overlijden en verlies aan controle. Terwijl in werkelijkheid ik als ik zou flauwvallen weer op zou staan en mentaal dan daar ook de kracht voor heb.

De controle willen hebben over situaties vloeit ook vanuit angst wat ik in een aparte blog dieper in zal gaan. Ook veel mensen zijn bang voor onweer waarbij meestal de oorzaak te vinden is bij een negatieve en angstige reactie van een volwassene. Angst voor spinnen denk ik dat het van nature in ons zit zodat we spinnen met rust laten, zie het als een zelfbescherming van de natuur. Dit is ook gebleken tijden onderzoek van het Max-Planck-Institut für Kognitions- und Neurowissenschaften in Duitsland en de Universiteit van Uppsala in Zweden besloot een antwoord op die vraag te vinden door het deel van de bevolking te testen dat nog nergens bang voor is: baby’s. Een verklaring waarom iemand dan spinnen of slangen als huisdier houdt, is waarschijnlijk te vinden in de adrenalinekick die het geeft wat op zichzelf weer een goed gevoel geeft, doordat adrenaline aanleiding geeft tot het aanmaken van dopamine.

Het nut van conditioneren

Het nut van conditionering laat zich raden als baby’s geen angst kennen creëert de angst voor bepaalde objecten of situatie middels conditionering. Zo leert men waar uit de buurt op blijven en wat veilig is. Uiteraard werkt het principe van conditionering ook met positieve gebeurtenissen en leren we precies wat we wel en niet kunnen doen. Positieve ervaringen zoeken we op en negatieve vermijden we, dat positieve gevoelens ook niet altijd gezond voor ons is, zien we duidelijk bij roken en alcoholgebruik. Mensen herhalen dat gedrag omdat men het op dat moment als positief ervaart, in dit geval dus is conditionering een grote valkuil en verklaart waarom mensen er zo veel moeite voor moeten doen om er van af te komen. Natuurlijk speelt lichamelijke verslavende processen daar ook nog een rol in, maar hoofdzakelijk speelt het positieve gevoel de grootste rol en de negatieve gevoelens als we er mee zouden stoppen.

Het is dus erg helpend om hetgeen waar we angst voor hebben opnieuw op een positieve manier te ervaren door ons brein weer positief te conditioneren.


Ontdek meer van Van Dijk Coaching

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.